EEN ZWAKKE LUISTERVAARDIGHEID
Wanneer het gehoor in orde is, maar het gehoorde niet goed wordt verwerkt.
Een zwakke luistervaardigheid kan zich uiten in:
• een zwak auditief geheugen
• een zwak auditief onderscheidingsvermogen
tussen spraakklanken
• wisselende reacties op auditieve informatie
• moeite met het verstaan van personen, die
snel praten
• moeite met spraakverstaan in rumoerige
omgeving
• moeite met het onthouden en manipuleren
van spraakklanken (analyse, synthese)
Oorzaak
De oorzaak is niet aanwijsbaar en komt vaak voor in samenhang met andere symptomen, zoals een concentratieprobleem.
Gevolg
De gevolgen van een zwakke luistervaardigheid kunnen leerproblemen, communicatieproblemen en/of gedragsproblemen zijn.
Logopedie
De logopedist geeft luistertraining.
DOOFHEID
Doofheid is aangeboren of niet-aangeboren. Bij aangeboren doofheid ontwikkelt de gesproken taal zich niet spontaan, ook niet na het aanmeten van hoortoestellen.
Bij niet-aangeboren doofheid zijn spraak en taal doorgaans al ontwikkeld, maar dit is vanzelfsprekend afhankelijk van de leeftijd waarop de doofheid ontstaat.
Oorzaak
1] Aangeboren doofheid:
Bij aangeboren doofheid kan de oorzaak erfelijk zijn of veroorzaakt worden door ziekten tijdens de zwangerschap, zoals rode hond. Ook het gebruik van bepaalde medicijnen tijdens de zwangerschap kan de oorzaak zijn.
2] Niet-aangeboren doofheid:
De oorzaak van niet-aangeboren doofheid is niet altijd aanwijsbaar. Ziekten, zoals meningitis, een virusinfecties, een ongeval dan wel een lawaai-beschadiging kunnen oorzaken zijn voor niet-aangeboren doofheid.
Gevolg
1] Aangeboren doofheid:
Aangeboren doofheid kan een slechte verstaanbaarheid tot gevolg hebben. Ook een opvallende stemgeving en communicatieproblemen kunnen het gevolg zijn.
2] Niet-aangeboren doofheid:
Niet-aangeboren doofheid kan aanvankelijk ernstige communicatieproblemen tot gevolg hebben. Tevens kan er sprake zijn van een sociaal isolement en/of een verminderd beroepsperspectief.
Logopedie
De therapie bestaat uit articulatie-, taal- en stemtraining, het leren van spraakafzien en gebarentaal.
© Logopediepraktijk Zevenhuizen K.M. Turkenburg
Logopediepraktijk
Zevenhuizen
KARIN TURKENBURG
PERCEPTIEVE SLECHTHORENDHEID
Slechthorendheid is aangeboren of niet-aangeboren.
Oorzaak
1] Aangeboren slechthorendheid:
Bij aangeboren slechthorendheid kan de oorzaak erfelijk zijn of veroorzaakt worden door ziekten tijdens de zwangerschap, zoals rode hond. Ook het gebruik van bepaalde medicijnen tijdens de zwangerschap kan de oorzaak zijn.
2] Niet-aangeboren slechthorendheid:
Niet-aangeboren slechthorendheid kan veroorzaakt worden door ziekten, zoals meningitis, de bof en mazelen. Een ongeval, een lawaai-beschadiging en/of ouderdom kunnen ook de oorzaak zijn.
Gevolg
1] Aangeboren slechthorendheid:
Er kan een achterstand in de spraak- en taalontwikkeling ontstaan als gevolg van aangeboren slechthorendheid. (Wordt de slechthorendheid vroeg onderkend dan kan een spraak-taalontwikkelingsachterstand met een gehoorapparaat worden voorkomen.)
2] Niet-aangeboren slechthorendheid:
Niet-aangeboren slechthorendheid kan leiden tot communicatieproblemen, een sociaal isolement, dan wel een verminderd beroepsperspectief.
Logopedie
De therapie bestaat uit het leren spraakafzien, articulatietraining en trainen van de luistervaardigheden.
SLECHTHORENDHEID
Wanneer een middenoorontsteking slechthorendheid veroorzaakt.
Een tijdelijk gehoorverlies als gevolg van een middenoorontsteking (tot 50 dB) is op zich geen probleem, maar doet het zich regelmatig voor dan kan dit onder andere leiden tot spraak- en taalproblemen. Soms kan de KNO-arts besluiten trommelvliesbuisjes te plaatsen. Gelijksoortige problemen kunnen ook ontstaan bij paracentese (gaatje in het trommelvlies) of bij langdurig bestaan van glue-ears (lijm-oor).
Oorzaak
Slechthorendheid wordt veroorzaakt door vocht in het middenoor.
Gevolg
Door de slechthorendheid kunnen er communicatieproblemen, achterstand in spraak- en/of taalontwikkeling, gedragsproblemen en/of een sociaal isolement ontstaan.
Logopedie
De logopedist geeft ouders advies. De therapie bestaat uit spraak- en taaltraining. Wanneer het plaatsen van buisjes niet toegepast kan worden kunnen tijdelijk hoortoestellen worden voorgeschreven.
AUDITIEVE VAARDIGHEDEN
Daarnaast kunnen er ook problemen zijn met de auditieve vaardigheden. Kinderen die moeite hebben met de auditieve vaardigheden, hebben bijvoorbeeld een verhoogd risico om het leren lezen en spellen goed onder de knie te krijgen.
AUDITIEVE INFORMATIEVERWERKING
Horen is slechts de eerste stap in het proces van spraakwaarneming. Wanneer de oren kunnen 'horen', hoeft spraak nog niet te worden verstaan. Nadat de oren het geluid hebben opgevangen, moet dit in de hersenen verwerkt worden tot een betekenisvolle boodschap. Dit deel van het proces wordt auditieve verwerking genoemd. Bij auditieve verwerkingsproblemen (AVP) zijn er problemen met de auditieve functies. Auditieve functies worden vaak uitgelegd als “wat we doen met wat we horen”. Oftewel: het verwerken van geluiden, klanken en spraak.
Kinderen met AVP hebben moeite met het verstaan van mondelinge informatie. Enkele veel voorkomende kenmerken: veel "huh" zeggen; moeizaam begrijpen van mondelinge opdrachten; moeite met onthouden van mondelinge informatie; en/of het negeren van geluiden en/of opdrachten.
Indien kinderen problemen ondervinden met de auditieve verwerking kunnen er op korte en lange termijn problemen in de ontwikkeling optreden. Wanneer er geen vroegtijdige onderkenning plaatsvindt, kunnen taalproblemen en leer en/of leesproblemen ontstaan. Deze problemen komen vaak voor in combinatie met andere problemen, zoals slecht presteren op school (ondanks normale intelligentie); problemen bij het vervullen van klassikale opdrachten; korte aandachtsspan; snel afgeleid zijn door geluiden of gebeurtenissen in de omgeving; slecht ontwikkeld besef van tijd.
Wat doet de logopedist?
De logopedist doet onderzoek naar de auditieve vaardigheden en de mogelijke invloed hiervan op taal, spraak, lezen en spellen. Dit uitgebreid onderzoek naar auditieve verwerkingsproblemen wordt vaak pas op zesjarige leeftijd afgenomen, meestal in een Audiologisch Centrum. Op basis van het onderzoek worden adviezen gegeven aan ouders of bijvoorbeeld leerkrachten. Vaak worden er tijdens individuele logopedische behandelingen gerichte oefeningen gedaan om de auditieve functies te verbeteren.
Als een kind heel veel last heeft van achtergrondlawaai, kan het gebaat zijn bij gebruik van een koptelefoon in de klas. Op momenten dat het kind zelfstandig moet werken, kan de koptelefoon opgezet worden. Het omgevingsgeluid komt dan minder hard binnen bij het kind, waardoor het zich beter kan concentreren op zijn taak. Daarnaast behoort ook het inzetten van soloapparatuur tot de mogelijkheden.
Gehoor